Op 20 mei is het boek ‘Was het gras maar groen’ van Jireël Verhage uitgekomen bij Uitgeverij Palmslag. In 2012 is Jireël als vrijwilliger in Kameroen geweest. Als hij de afgelopen jaren andere mensen sprak die vrijwilligerswerk hadden gedaan, zaten ook deze verhalen vol met vraagtekens. Vraagtekens over het doel van het verblijf. Juist omdat vrijwilligerswerk vaak als iets positiefs wordt gezien, vindt hij het belangrijk om een andere inkijk te geven. Daarom besloot hij zijn vraagtekens in romanvorm op papier te zetten. In dit interview lees je meer over Jireël’s eigen ervaringen met vrijwilligerswerk en hoe deze ervaringen in relatie tot zijn boek staan.
Waarom ben je vrijwilligerswerk gaan doen?
In januari 2012 ben ik naar Kameroen gegaan omdat ik na mijn studie niet direct aan het werkende leven wilde beginnen. Ik was toen 22, dat vond ik nog te vroeg om al fulltime te gaan werken. Ik wilde dus een tussenjaar nemen om te gaan reizen, maar naast backpacken wilde ik ook graag ‘iets goeds doen’: ik was op zoek naar een morele balans. Daarom besloot ik om twee maanden in Kameroen vrijwilligerswerk te gaan doen en daarna naar Azië door te vliegen om te reizen.
Daarnaast ben ik vrijwilligerswerk gaan doen omdat ik twee keer eerder op jongere leeftijd met het gezin in Uganda en Ethiopië ben geweest, en door die ervaringen dacht dat ik echt wat goeds te kunnen doen daar.
Hoe kwam je bij je keuze voor vrijwilligerswerk bij een voetbalschool?
Ik was op zoek naar vrijwilligerswerk dat dichtbij mij lag, en voetbal was daar een goed voorbeeld van. Ik had een Engelse organisatie gevonden die mij in contact bracht met een andere man die zelf ook bij die voetbalschool vrijwilligerswerk gedaan had, dat is hoe het balletje begon te rollen. Ik zou daar training gaan geven aan kinderen op een voetbalschool. Wat ik me vooraf niet besefte, is dat ik totaal niet was voorbereid: ik had geen enkele ervaring met training geven.
Met wat voor gevoel vertrok je naar Kameroen?
Ik was aanvankelijk vooral heel enthousiast over wat ik ging doen en ging er echt heen met het idee dat ik iets goeds zou gaan doen. Er was ook wel spanning, “waar begin ik aan?” vroeg ik mezelf weleens af. Toen ik daar aankwam, was het de eerste keer in mijn leven dat ik er helemaal alleen voorstond.
Met wat voor gevoel ging je daar weg?
“Wat heb ik eigenlijk betekend?” is toch wel wat ik voornamelijk dacht. Ik ging daar met een onbestemd gevoel weg. Die overgang naar Azië was enorm groot, in een groot hotel midden in Bangkok voelde ik me verschrikkelijk eenzaam.
Heb je meer mensen gesproken die soortgelijke ervaringen hebben overgehouden aan vrijwilligerswerk aan het buitenland?
Ik merk inderdaad ook bij mensen om mij heen dat je er echt heen gaat met het idee dat je iets goeds gaat doen, maar dat je je bij thuiskomst vooral afvraagt wat je nou eigenlijk betekend hebt. Je doet het eigenlijk vooral voor jezelf en er wordt te weinig stilgestaan bij hoe het voor de mensen daar is.
Wat zou jouw advies zijn voor mensen die er nu over nadenken om naar het buitenland te gaan om vrijwilligerswerk te doen?
Ik zou eerlijk gezegd heel benieuwd zijn naar hun beweegredenen en ze meegeven dat ze er vooraf goed over na moeten denken. Als je gaat, kom dan om te luisteren, niet om problemen op te lossen.
Hoe staat het vrijwilligerswerk dat je zelf hebt gedaan in relatie tot je boek?
Tijdens het schrijven is mijn boek steeds autobiografischer geworden. De grootste uitdaging voor mij tijdens het schrijven was om ervoor te zorgen dat ik personages niet vanaf dag één in een bepaalde hoek zou zetten: ik wil met mijn boek vraagtekens plaatsen bij vrijwilligerswerk in het buitenland en mensen tot nadenken aanzetten in plaats van het direct als ‘slecht’ wegzetten.
Je hebt een nummer geschreven (in samenwerking met Borgaard) genaamd “Hearth”, hoe is dit tot stand gekomen en wat heeft het met je boek te maken?
Christoffer (artiestennaam Borgaard) is mijn beste vriend en heeft dit nummer vooral vanuit dat opzicht gemaakt. Hij was erg betrokken bij het proces voorafgaand aan de uitgave van mijn boek, hij heeft anderhalf jaar geleden de eerste versie gelezen en kent het hele verhaal. Dit nummer verwoordt eigenlijk de essentie van mijn boek.