Met de uitgave van zijn nieuwste boek ‘De weldoener’ in zicht, heeft Peter J.L.M Bernink inmiddels zeven thrillers op zijn naam staan. Reden genoeg om hem het hemd van het lijf te vragen over zijn motivatie en inspiratie als auteur, werk als cardioloog en natuurlijk ‘De weldoener’.
Zeg Peter, je bent cardioloog van beroep en hebt dus ontzettend veel medische kennis. Kun je hier wat meer over vertellen?
“Ik heb bijna 30 jaar gewerkt in het Martini Ziekenhuis in Groningen. Naar aanleiding van een conflict met Menzis, de ziektekostenverzekeraar, heb ik een thriller geschreven waarin een verzekeraar als misdadige organisatie werd opgevoerd. Dit boek viel wel in goede aarde en toen had ik de smaak te pakken: vanaf 2014 schrijf ik nu ieder jaar een boek, allemaal trillers. Ik ken het wereldje van de zorg en was ook landelijk actief. Zo zat ik in het bestuur van de Nederlandse Vereniging van Cardiologie en deed geneesmiddelenonderzoek. Die achtergrond heb ik verwerkt in mijn boeken. Ook ‘De weldoener’ schuift weer richting het ziekenhuis. Daar ligt toch wel m’n expertise dus dat kan ik goed gebruiken. In mijn boeken laat ik het overigens niet te dichtbij mij persoonlijk komen. De cardiologie zelf noem ik bijvoorbeeld niet of nauwelijks.”
Je hebt momenteel al zes thrillers uitgebracht en de zevende is onderweg, heb je nooit nagedacht over het schrijven van een boek in een ander genre? Zo ja, welk genre dan bijvoorbeeld?
“Ja, ik heb nagedacht over een historische thriller. Je hebt in elke periode bepaalde beroepsgroepen die eruit springen omdat ze meer geld verdienen. In dit tijdperk zijn dat projectontwikkelaars en software-ingenieurs. In de Gouden Eeuw waren bijvoorbeeld de handelaren met hun grachtenpanden erg welvarend en in de jaren tachtig en negentig waren dit ook de medisch-specialisten. Of heel vroeger bezaten de kloosters veel geld. Iedere tijd kent bepaalde groepen, de grootverdieners. Mijn idee was om eenzelfde persoon door al die eeuwen heen, passend in de nieuwe tijd, te laten figureren. Dat is dan niet zozeer een thriller maar dat leek me wel interessant om samen met een vriend, die historicus is, te schrijven. Dit is echter wel een groot project dus voorlopig houd ik het nog bij thrillers!”
Na zes originele verhalen kan het moeilijk zijn om steeds iets nieuws te verzinnen. Hoe ga je op zoek naar nieuwe inspiratie?
“Gelukkig is de mens zeer inventief en weten we steeds iets nieuws te bedenken. Alles wat er om me heen gebeurt, geeft inspiratie. Wat je leest, wat je ziet, wat je hoort. De wereld om je heen zit vol inspiratie. Ik heb op de plank al twaalf onderwerpen liggen die ik interessant vind, dus aan inspiratie en ideeën geen gebrek. Ik geef toe dat er patronen ontstaan die je herkent. Ik lees ook ontzettend veel thrillers en je gaat wel het kaf van het koren scheiden. De goed verkopende thrillerschrijvers zijn ook beter in het maken van een duidelijk verschil in de wijze waarop ze schrijven. Ze hebben nieuwe ideeën, aan de andere kant blijf ik toch vaak dezelfde dingen tegenkomen, zoals voorspelbare plotontwikkelingen.”
Vrijwel al je boeken vinden plaats in Nederland, van Deventer tot Groningen. Waarom is dat? Schrijf je liever over bekende plekken?
“Ik ben niet aan Nederland gebonden. Het is wel waar dat het merendeel van mijn boeken zich in Nederland afspeelt, in het noorden, want dat is mijn achtergrond en dat ken ik. Maar als ik het bijvoorbeeld over Rusland of Washington heb, dan kan ik met Google Maps doen alsof ik daar woon. Alles is tegenwoordig te beschrijven, je kunt je over de hele wereld begeven zonder er ooit geweest te zijn. Heel anders dan John le Carré. Die man moest eerst twee jaar op reis. Maar ik geef wel toe: ik blijf graag bij huis.”
Je zevende boek ‘De weldoener’ wordt in november verwacht. Ben je van plan om daarna nog door te gaan met schrijven en het uitbrengen van boeken?
“Na ‘De weldoener’? Jazeker! Nummer acht is al ongeveer 80% op weg. Dat gaat onverminderd door. ‘De weldoener’ was voor mij in de zomer al min of meer klaar, maar dan komen de meelezers en correctoren en op het laatst de uitgever nog een keer. In tussentijd ben ik dan al een half jaar met iets anders bezig. De volgende ligt hier dus al bijna klaar…”