Het debuut van Gustaf Wolff verschijnt vandaag bij Uitgeverij Palmslag. In ‘Nu wij verdwenen zijn’ vormt de fictieve Amerikaanse havenstad Copper Town het toneel van liefde, strijd, verdriet en wanhoop. Vincenzo Jagersland, een man van vijfentwintig en een chronisch-depressieve oude geest, neemt de lezer mee in een terugblik op zijn tragische jeugd en zijn ontmoeting met Yoselyn, de liefde van zijn leven.
Een centraal figuur in zijn leven en vertelling is zijn vader Eduard Jagersland, een bekwame maar meedogenloze fabrieksdirecteur, die hij persoonlijk verantwoordelijk houdt voor de dood van zijn moeder.
Als gevolg van zijn zoektocht naar zelfverwezenlijking en zijn onstilbare drang de wereld te verbeteren, lijkt Vincenzo uiteindelijk gedoemd alles, inclusief zijn eigen leven en dat van zijn grote liefde, te verliezen. In een paradoxale wervelwind van haat, nijd, liefde, arrogantie en trots, voltrekt zich vervolgens een onvermijdelijk familiedrama. ‘Nu wij verdwenen zijn’ is een verhaal waarin de reis belangrijker is dan de bestemming.
Gustaf Wolff werd geboren op 16 januari 1987, als enig kind van gescheiden ouders. Hij doorliep het VWO en volgde vervolgens de studie Geschiedenis aan de Radboud Universiteit te Nijmegen.
Hij werd geboren met een onbegrensde fantasie en enorme geldingsdrang. Hij tekende en schreef al van kleins af aan. Zijn interesses sloten nooit aan op die van zijn leeftijdsgenoten. Op zijn zestiende won hij van iedere volwassene filosofische discussies; op zijn achttiende ontdekte hij pas hoe de bus werkt. De oude ziel, die in hem schuilt, zal naar eigen zeggen nooit volwassen worden.
Gustaf Wolff is, in het kort, een hopeloze romanticus, individualist en visionair die nooit genoegen neemt met wat 'is', maar streeft naar 'wat had kunnen zijn'.
Lees hier verder...