Het vermoeden van Zondag

Daan Zondag is al tien jaar koster van de kerk in Veenweide als hij bevriend raakt met twee jonge mensen in het dorp. Maria Vermeulen is net van school af en worstelt met psychische problemen. Evert van der Leun is het buitenbeentje van een groot boerengezin. In de rommelige kosterswoning van de vrijzinnige Daan raken Maria en Evert steeds meer aan elkaar gehecht. Terwijl hun ouderlijke gezinnen worden geplaagd door tegenslagen en wrijvingen, vinden de twee tieners troost bij elkaar en worden verliefd. 

Onder druk van zijn geplaagde jeugd verandert Evert, van de rouwdouwer die hij was, in een radicale christen die gelooft dat het einde der dagen nadert. Hij weet Maria te beïnvloeden met zijn denkbeelden, waarna ze zich tegen de gemeenschap keren en vertrekken. Jaren later, als Evert en Maria elk contact met hun familie hebben verbroken, komt Daan af en toe eens langs voor een klus op de boerderij. Hij vermoedt dat er iets niet in de orde is op de hoeve.