Eerst doen, dan denken
Ja, ik wil écht heel graag een boek schrijven. Echt! Maar....
.... ik heb geen tijd.
.... waar moet het eigenlijk over gaan?
.... wie wil dat nou lezen?
.... hoe kom ik aan een uitgever?
.... ik heb geen geld.
.... ik ben bang voor de mening van anderen.
Twee jaar geleden was een vermeend gebrek aan tijd de belangrijkste reden om geen boek te schrijven. Maar na acht jaar alleen maar praten over hoe graag ik een boek wilde schrijven, had ik er genoeg van. Ik nam een rigoureus besluit en verhuisde van hartje Amsterdam naar het Zeeuwse Westkapelle – het meest zuidwestelijke puntje van Nederland. Ik kende er niemand, tijd genoeg dus. Ging ik eindelijk schrijven? Ik deed van alles: lange strandwandelingen maken, zelfhulpboeken lezen, latte’s drinken in Middelburg en zelfs een loopbaancoachingstraject. Maar schrijven? Neeee... Want nu ik genoeg tijd had, leek het volgende punt in het rijtje blokkades ineens heel belangrijk: waar moet het dan over gaan? Ik dacht na, dacht nog langer na, en nog langer. In het vakantiehuisje dat ik huurde, kon ik maximaal zes maanden blijven, daarna moest ik plaatsmaken voor toeristen. En inmiddels waren er al drie maanden verstreken zonder dat ik ook maar één woord op papier had gezet. Langzaam maar zeker drong het tot me door: ik kan nog jaren nadenken over wat ik zou kunnen schrijven, maar dan blijft mijn boek een fantasie, een droom die nooit werkelijkheid wordt.