Zo’n groots en meeslepend kostuumdrama hadden ze in Denemarken nog nooit eerder gemaakt: de serie 1864, een historisch drama waarin twee broers zich vrijwillig aanmelden bij het leger om de Tweede Duits-Deense Oorlog uit te vechten. De oorlog staat in de geschiedenisboeken als een van de bloederigste veldslagen van Europa. In het boek De Zwarte Roos (Den sorte rose) van de Deense Birgit Pouplier speelt de spanning achter deze oorlog ook een grote rol voor de hoofdpersoon Fritz, een Duitser die in deze tijd in Denemarken woont. De zwarte roos, uit het Deens vertaald door Iris van Bruggen, verscheen in 2013 bij Uitgeverij Palmslag.
Het boek
In het verhaal komt hoofdpersoon Fritz Brincker in 1842 als smid naar het Deense Vejle. Hij bouwt een enorme fabriek op en na 25 jaar kan hij de kroon op zijn levenswerk zetten. Maar juist op de avond wanneer hij zijn gezin op de hoogte wil stellen van zijn plannen, slaat het noodlot toe. Het is in deze periode moeilijk om als Duitser in Denemarken te leven en de lezer ervaart hoe het voor hem is om als immigrant in aanraking te komen met een nieuwe en vreemde cultuur.
Fragment over de Tweede Duits-Deense Oorlog
Nieuwsgierig naar het boek of juist een passie voor geschiedenis? Hieronder kunt u alvast een fragment lezen uit het boek dat alles te maken heeft met de Tweede Duits-Deense Oorlog:
“Dit kleine land met zijn inwoners die vol zelfvertrouwen waren, en overtuigd van hun overwinningen. Zelfverzekerd, zoals zijn eigen zoons zich vandaag gedroegen. Vorig jaar was deze natie zeker van haar overwinning geweest, totdat het Pruisisch-Oostenrijkse leger hen van de verdedigingswerken, de Dannevirke, die al in de negende eeuw waren opgeworpen, terugjoeg en hen vervolgens uit Dybbøl verdreef. Frederik had aan de Deense zijde gestreden, zowel bij de Dannevirke als bij Dybbøl. Frederik was opgeroepen en Carl ging vrijwillig. Fritz was diep verbitterd over het lot van de Denen en niet in de laatste plaats over Monrads* overmoed en zelfgenoegzaamheid en gebrek aan gezond verstand. Duizenden Deense soldaten vonden de dood. Fritz was erg aangeslagen; hij werd ziek en kreeg een onverklaarbaar hoge koorts. Zo ziek was hij nog maar één keer eerder in zijn leven geweest. Monrad wilde met geen enkel verstandig vredesvoorstel van Bismarck akkoord gaan, maar ondertussen liet hij Frederik, Carl en zijn strijdmakkers wel in de steek. Ze moesten hun nederlaag lijdzaam ondergaan, terwijl de Duitsers dwars door Jutland stormden en de Duitse banier in de noordelijkste plaats van Denemarken, Skagen, plantten. Fritz had er nog nooit een voet gezet.
Zijn opluchting kende geen grenzen toen de bliksemoorlog na slechts drie maanden beëindigd werd, ook al was de prijs ontzettend hoog geweest. De koorts verliet zijn lichaam. Dit land was ook zijn land, hier hoorde hij thuis en hij hield ervan, ook al had hij er soms zijn bedenkingen bij. Het was de taak van zijn zoons om hun Duitse volksaard, al was het maar een beetje, te veranderen, had hij destijds gedacht. Nu had hij daar zo zijn twijfels over. Het land was geslonken, want de Denen hadden Sleeswijk en Holstein verloren. Bismarck zou ook wel akkoord zijn gegaan met een grens die tussen Højer en Åbenrå of iets zuidelijker had gelopen, maar dat ging niet door. Nu lag het land er erbarmelijk bij, maar dat hadden de Denen dus aan zichzelf te danken. Ze hadden hun eigen lot bezegeld.”
* Ditlev Gothard Monrad (1811 - 1887) was een Deens geestelijke en politicus. Monrad wordt beschouwd als de vader van de Deense grondwet van 1849.