Erik Ader (1944) is zoon van ouders die bekend werden door hun grootschalige hulp aan joodse onderduikers. Dat verzetsverleden was van grote invloed op zijn leven en interesses. Op een liftreis naar Israël, in 1966, ontdekte hij in de omringende landen de verzwegen achterkant van de zionistische medaille: verdreven Palestijnen die de terugkeer naar hun huizen en landerijen werd ontzegd. Sindsdien houdt het Israëlisch-Palestijns conflict hem bezig.
Door zijn werk als diplomaat in de regio, tijdens zijn reizen in Israël en de Bezette Gebieden, alsmede zijn contacten met oud-onderduikers en door literatuurstudie, vergaarde hij grondige kennis van het conflict. In 'Kinderen van Amalek' laat hij de lezer op systematische wijze delen in die kennis.
Zijn diplomatieke loopbaan voerde hem naar vier continenten; de laatste decennia als ambassadeur.